Categories
Blog

Mijn eerste vergrotertafel en -zuil

Mijn eerste vergrotertafel en -zuil

Toen ik mijn DoKa op zolder bij mijn ouders aan het inrichten was, was er ook een vergrotertafel en een ‘zuil’ nodig om de vergroter op te kunnen hangen.

De vergroter zelf hing rond de ‘zuil’ die aan de muur bevestigd was. Een stevige balk, waar de vergroter d.m.v. zwaartekracht rond kon klemmen: op hoogte te hangen afhankelijk van de gewenste vergroting. Meestal betekende dat: zo hoog mogelijk tegen het dak aan, zeker met kleinbeeldnegatieven om nog een beetje vergroting te kunnen maken.
Bijna alleen als ik pasfoto’s en kleiner wilde afdrukken (jawel, ook verkleinen was mogelijk met deze vergroter), hing ik hem minder hoog op. Had ik al verteld dat het een zelfbouw-vergroter was? Later meer hierover…

Als ik verder wilde uitzoomen, dus een groter vel belichten, moest ik het tafelblad naar beneden kunnen verstellen.
En jawel, dat was mogelijk: de vergrotertafel was voorzien van bordsteunen aan de muur! Door het blad van de tafel los te pakken en in andere gaten te steken, kon ik het vrij snel verplaatsen tot op een centimeter of 15 van de grond.
Wilde ik nog verder vergroten? Dan was het nodig om direct op de grond te projecteren of zelfs de vergroter van de zuil te nemen en de tafel haaks op de vloer te zetten. Dit deed ik niet vaak natuurlijk maar ik heb dit wel een aantal keren gedaan om wat grotere afdrukken voor aan de muur te maken.

1 van de bijzondere dingen van deze vergroter was de mogelijkheid om het beeldvlak te verplaatsen in een hoek: als de tafel niet echt in dezelfde lijn lag als het negatief, kon ik de lens iets verdraaien en op die manier toch een juiste afdruk maken.
Natuurlijk is dat ook handig om bijvoorbeeld scheve lijnen in architectuur te corrigeren.
En jawel, daarvoor was het dan ook weer mogelijk om de tafel schuin te zetten! De vergroter bleef dan wel loodrecht hangen.
Dit was heel handig bij sommige molen-opnames waarbij ik veel te dicht bij de molen moest staan en schuin omhoog moest kijken. Die vreemde hoek met in verhouding veel te kleine kap kon ik dan weer veel beter maken op de afdruk. De vergroters en -tafels in de school-DoKa en met mijn latere vergroter maakten dit niet mogelijk. Toch wel handige zaken kunnen doen dus met deze bijzondere combinatie.

Natuurlijk blijft het moeten versteken van de tafel wat omslachtig en duurt het instellen voor een iets verdere of minder verre vergroting extra lang. Een paar minuten ben je toch al snel verder, zeker als je ook andere zaken dan je papier en evt. vergroterbord op de tafel wilt leggen.

De tafel was overigens een oud prikbord: met een soort zacht rubber aan de bovenkant. Je kon er met potlood op schrijven / tekenen – dus bijvoorbeeld de omlijningen van je papier opzetten – of met punaises en spelden een positie snel aangeven. Dit was ook behoorlijk handig.

Binnenkort ga ik wat vertellen over mijn eerste vergroter…

Categories
Blog

Mijn eerste DoKa – Water en afvoer

Mijn eerste DoKa – water en afvoer

Eerder heb ik al over mijn eerste DoKa-ervaringen geschreven en ook over de elektra-voorzieningen in mijn eerste eigen Donkere Kamer.

Maar bij een DoKa hoort ook water en dus ook een afvoer hiervoor… in ieder geval als je niet in een WC of badkamer gaat zitten om je films te ontwikkelen en afdrukken van foto’s.

Afvoer van water:

De oplossing werd gevonden door mijn vader door een oud stalen aanrecht te plaatsen in een hoek van de zolder waar de ontluchting voor het riool in huis was. Dit was aan het einde van de buis die bijvoorbeeld vanuit de badkamer naar beneden loopt.
Dit aanrecht kwam ergens van een sloop. Geen passende mogelijkheid voor een sifon dus werd die gemaakt door PVC-buizen zacht te maken met hitte en te buigen tot een sifon en daarna in die pijp te klemmen en aan de bovenkant rond het stukje afvoer.

Natuurlijk was het niet helemaal dicht en dat mocht ook niet want anders zou die luchtpijp niet meer goed functioneren. Er hing in de DoKa dan ook vaak een bijzonder mix-geur van foto-chemie en de geur van douchewater.

Afvoer van chemie:

Een plastic jerrycan werd hiervoor geplaatst op een stukje oud zeil (vloerbedekking). Met een trechter voorzichtig afgieten daarin. De inhoud ging dan later naar de milieustraat.
Dit was niet zo heel veel natuurlijk want ik ontwikkelde alleen zwart-wit en dan heb je niet zo heel veel schadelijke chemie. Het meeste indertijd kon gewoon door het riool want was ook ver verdund. Voornamelijk fixeer ging in de can en het duurde wel een paar jaar bij mij voordat die vol zat. Tegenwoordig moet je ook de meeste ontwikkelaar opvangen en apart afvoeren.

Fixeer concentreerde ik overigens meestal ook nog door deze langzaam te laten verdampen en ik heb er ook met elektrolyse nog zilver uit gehaald (die verder niet bruikbaar was door de vervuiling, maar een leuk experiment).

Ik heb ook altijd (en nu nog) fixeer gebruikt tot op is en ook ‘regeneren’ door aan te vullen met vers concentraat.
Eerst gebruiken bij film-ontwikkeling en als dat minder wordt, de fixeer niet meer helder is of omdat ik fixeer voor papier nodig heb: iets verder verdunnen en daarna enkel en alleen daarvoor gebruiken.
Stopbad: was vrijwel alleen gewoon azijnstopbad dat ik gebruikte. Soms ook een indicatie-stopbad zodat je aan de kleur kunt zien dat het uit aan het werken is en vervangen moet worden. Daarna kon het nog gebruikt worden om afvoeren te ontkalken…

Voor het spoelen van film en afdrukken komt er toch nog heel veel afvoerwater uit de DoKa, dus ik was heel blij met de afvoer! Dus in ieder geval geen emmers verzamelen en later weggieten en ook geen afvoer door het dak maken en in de goot laten lopen wat andere oplossingen zijn.

Categories
Blog

Mijn eerste (eigen) DoKa – elektra en licht

Mijn eerste (eigen) DoKa!

Na mijn eerste Donkere Kamer (DoKa) ervaringen wilde ik natuurlijk ook snel thuis gaan ontwikkelen en afdrukken.

Al snel werd een hoekje op zolder van mijn ouderlijk huis hiervoor ingericht.

Elektra, licht:

Dat was een kleine uitdaging. Er was op zolder 1 lamp die bediend werd door een schakelaar op de verdieping eronder. Geen stopcontact nog en geen andere mogelijkheden. De lamp is toen voorzien van een schakelaar in de DoKa en een stopcontact (natuurlijk…. zoals het meeste in die tijd … zonder randaarde, aardlekschakelaar was ook niet in huis maar echte draaistoppen).
Daarop kon ik dan een lang verlengsnoer en doos aansluiten, de (draai-)schakelaar op zolder omzetten zodat er geen groot licht was en dan de lampen van de DoKa aanzetten.  Het voordeel was wel, dat de indicatie van de zolderlamp nu ook aan stond als ik ging ontwikkelen of afdrukken.

Door het luik dicht te houden, kwam er geen licht van beneden en aan de andere kant van de zolder werd door mijn vader een schuif gemaakt voor het dakraampje. Daar kwam nu vrijwel geen licht meer door naar binnen. Als ik overdag in de DoKa kwam met het zonnetje op dat raampje zag ik wel sporen met licht maar dat was niet zoveel dat het problemen gaf. Bij inspoelen film enzo zat ik er toch voor en meestal deed ik dat sowieso pas als het buiten donker was.

Voor de DoKa-verlichting heb ik een echte DoKa lamp gekocht waar een 25Watt peertje in gaat. Natuurlijk met een snoerschakelaartje.
Van Jan Stolk ( mij eerste leermeester) heb ik een lamp met opaalglas gekregen, hiermee kan ik makkelijk negatieven bekijken. Dit bakje was dan ook direct mijn witte licht in de DoKa.
Daarnaast een stopcontact voor de vergroter (later meer hierover) en  de bekabeling voor nachtlichtjes voor het bed van m’n ouders die ongebruikt bleef had speciale stekkertjes en stopcontactjes: super voor wat andere aansluitingen.

Bijvoorbeeld: Schaalverwarming met aquarium-verwarmers.

Omdat de DoKa natuurlijk niet altijd 20 graden was (het vroor er niet, maar 11 graden in de winter was niet koud te noemen, veel isolatie onder de zolder en wel wat in het dak verder). Dat is voor afdrukken te koud.
Van mijn vader kreeg ik hiervoor een aantal oude aquarium-verwarmers. 1 met ingebouwde thermostaat en een paar andere zonder thermostaat.
Ik deed (doe nog steeds maar dan nu in huidige DoKa) de verwarmers in de schalen met ontwikkelaar, stopbad en fixeer en soms daarna in het spoelwater-teiltje.
Aan het snoer zaten (met kroonsteentjes… afgetaped met isolatietape) de snoertjes met de speciale stekkertjes van het bed. Dus wel makkelijk om snel te wisselen en uit/aan te zetten. Die met de thermostaat was handig voor de ontwikkelaar-schaal, dan hoef je niet telkens te meten en op tijd in en uit te schakelen. Natuurlijk wel zorgen dat deze altijd onder water zit als die in het stopcontact zit!

Ze waren niet (meer?) helemaal waterdicht… af en toe ontstonden mooie lichtbogen in de verwarmers totdat de druppels weer verdampd waren. Dit maakte ook een beetje knetterend geluid.
Ook buiten de verwarmers kwam wel eens geknetter…
Tegenwoordig zou dat toch echt niet meer kunnen – maar ik ben altijd voorzichtig geweest ermee want ik heb er nooit een schok van gekregen.
Zogezegd ook geen randaarde of aardlekschakelaar in huis dus ik kwam hierdoor ook niet in het donker te zitten.

In volgende delen ga ik in op de vergroter en water in de DoKa … wordt vervolgd!

 

Deze site wordt gehost op hostinger, klik hier.

Categories
Blog

Mijn eerste DoKa-ervaringen

Mijn eerste DoKa ervaringen …

Zoals ik al eerder ergens heb geschreven, was ik al eind lagere school aan het fotograferen. Eerst met een Voigtländer en later met een Pentax ME-Super.

Ik maakte daarmee redelijk wat foto’s, en dat was in kleuren-negatief op dat moment.

Hoe het precies tot stand gekomen is weet ik niet meer, maar op een vrijdag- of zaterdagavond ben ik uitgenodigd bij een goede kennis – Jan Stolk – van mijn vader in de DoKa mee te gaan kijken. Deze man heeft ongeveer zijn hele leven gefotografeerd en had dus al heel veel foto’s gemaakt, onder andere van de molen in Nieuwerkerk waar ik hem ook vaker tegengekomen was. Maar ook van heel veel historische gebouwen en gebeurtenissen in en rond Nieuwerkerk (Duiveland).

Dus: zo kwam ik die avond via het enge trapje (een vliso-trap) in een kleine ruimte op zijn zolder. Helemaal vol met allerlei voor mij nog onbekende zaken, waaronder een vergroter. Jawel: een echte Durst met kleurenmengkop.

Ik had in de jaren daarvoor al heel veel fotoboeken (jawel: op papier, soms zelfs met plaatjes… ) uit de bibliotheek verslonden, maar zo’n geavanceerd aparaat had ik nog nooit gezien daar. Zelfs met iets om te meten en een elektronische klok…

In de boeken ging het over een knopje dat je in moest drukken een bepaalde tijd of een schuif die je overdag (jawel in de tropen) open moest schuiven om je negatief het vel papier te laten belichten. Wow, dit was heel andere koek!

De baden waren gevuld met ontwikkelaar, stopbad, fixeer en water.

Eerst werd een proefstrook gemaakt: in een speciale houder met klepjes werd een velletje gestoken en daarna werd dat belicht en een paar klepjes gingen open na een paar seconden met de vergroterlamp aan. Dit kon natuurlijk ook met een ander velletje papier. En daarna ging die in de eerste schaal en kwam het eerste beeld van mijn negatief (ja, kleuren…) naar voren. Een magisch moment! Eerst wit en dan zie je het beeld als steeds donkerder wordende delen en lijnen op dat papier staan!
Daarna in het stopbad en de fixeer en in het spoelbad. Dan het grote licht aan en zag ik de eerste proefstrook-afdruk in het echt. Heel bijzonder.
Natuurlijk, niet optimaal met zo’n kleuren-negatief maar het waren wel echte foto’s die we daarna afgedrukt hebben.

Deze afdrukken hebben nog vele jaren op een bordje opgehangen in molen ‘Windlust’ in Brouwershaven: het waren foto’s die ik gemaakt had in de molen van Nieuwerkerk van de geopende molenstenen die we gingen scherpen (‘Billen’ op z’n Hollands).

Later heb ik van hem filmpjes leren ontwikkelen en zelf afdrukken maken. Jawel: mijn eerste eigen vergroter was een oude zelfbouw van Jan die ik in gebruik kreeg. Hierover later meer…